Verklaring Omtrent Gedrag Politiegegevens, VOG-P: een proportionele en wenselijke maatregel?

Sinds 1 juli 2022 zijn de beleidsregels van de Verklaring Omtrent Gedrag gewijzigd. Deze wijziging houdt in dat voor specifieke beroepen niet alleen justitiële gegevens (de gegevens die op het strafblad staan) een zelfstandige weigeringsgrond kunnen zijn, maar dat ook politiegegevens een zelfstandige weigeringsgrond worden. Deze wijziging wordt de VOG politiegegevens, oftewel de VOG-P, genoemd.

In de praktijk betekent dit dat gegevens die bij de politie bekend zijn, maar niet leiden tot vervolging of een veroordeling, door Justis gebruikt mogen worden om een VOG te weigeren. Echter, niet alle politiegegevens mogen hiervoor zomaar gebruikt worden.

  1. Allereerst mag men alleen naar deze politiegegevens kijken voor specifieke beroepen. De VOG-P is namelijk niet op alle functies van toepassing. Zij is alleen van toepassing bij functies waar sprake is van een hoge mate van integriteit en waarin er de bevoegdheid is om geweld te gebruiken, toegang is tot gevoelige informatie op het gebied van openbare orde en veiligheid of handhaving van de rechtsorde of betrokken is bij integriteitsbeoordelingen.
    Op dit moment heeft de wetgever een lijst gemaakt van de functies die hieronder vallen.
    Wanneer iemand solliciteert voor een baan als buitengewoon opsporingsambtenaar, bij de douane, Dienst Justitiële Inrichtingen, het Openbaar Ministerie, de Regionale Informatie- en Expertisecentra of het Landelijke Informatie en Expertisecentrum, kan (afhankelijk van de functie) de toetsing via de VOG-P van toepassing zijn.
    Andere beroepsgroepen vallen niet zomaar onder de VOG-P en kunnen ook niet zelf bepalen dat de VOG-P van toepassing is. Als een instelling of organisatie van mening is dat ook daar de VOG-P screening van toepassing moet zijn, dan dient een dergelijk verzoek eerst langs de vakminister en de Minister voor Rechtsbescherming te gaan voordat ook deze functies een VOG-P screening krijgen.
     
  2. Ten tweede wordt er een filter gemaakt in de gegevens die gebruikt kunnen worden door te kijken naar de rol van de persoon. Volgens de Beleidsregels VOG betekent dit dat gegevens over aangevers, slachtoffers en getuigen direct eruit worden gefilterd en niet mogen worden meegewogen bij een VOG-P screening.
     
  3. Ten derde mogen alleen de gegevens worden gebruikt die worden genoemd in de artikelen 8, 9, 10 lid 1 sub a en c en 13 Wet politiegegevens. Onder deze gegevens vallen gegevens die behoren bij de uitvoering van de dagelijkse politietaak, die verband houden met de handhaving van de rechtsorde, inzicht geven in de betrokkenheid van personen bij bepaalde ernstige bedreigingen van de rechtsorde (te weten het beramen van bepaalde ernstige strafbare feiten en die, gezien hun aard of frequentie of in georganiseerde verband worden gepleegd, een ernstige schending van de openbare orde vormen) en gegevens die nodig zijn bij de ondersteunende taak van de politie.

    De gegevens die alsdan overblijven, worden vervolgens nog gefilterd op basis van de betrouwbaarheid van de gegevens. Een enkele melding van een burger bijvoorbeeld zal niet voldoende zijn. Maar als er meerdere meldingen zijn of wanneer het gaat om een waarneming van een politieambtenaar zelf, dan kan dit gegeven als een betrouwbaar gegeven worden gezien.

    Het zijn deze gegevens die door de politie gestuurd mogen worden naar Justis, die vervolgens beoordeelt of deze gegevens een risico vormen voor de uitoefening van de functie waar de VOG-P voor wordt gevraagd.

Waarom is deze wetgeving nu zo bijzonder?
Het is bijzonder omdat er voor het eerst gebruik gemaakt gaat worden van gegevens waar geen rechter of Officier van Justitie naar heeft gekeken. 

Oftewel, zij hebben niet van een afstand bekeken of de gegevens van de politie nu juist zijn of niet. En dat kan heel ver gaan. Volgens de wet mogen alleen betrouwbare gegevens worden gebruikt, maar wie beoordeelt of die gegevens betrouwbaar zijn? Het is de politie die dat zelf doet. Oftewel, de slager die zijn eigen vlees keurt. Is dat nu zo wenselijk?

Als de aanvrager namelijk nooit eerder is veroordeeld of vervolgd door justitie, kan deze bevoegdheid om een VOG te weigeren heel ver gaan. Dan moeten we ervan uit kunnen gaan dat de gegevens kloppen. Maar als je als aanvrager wordt geconfronteerd met politiegegevens die volgens jou niet kunnen kloppen, dan moet je een aparte procedure starten om deze te corrigeren. Een procedure die langer duurt dan je huidige VOG-P aanvraag. Of in het ergste geval, moet de aanvrager een vervolging uitlokken om tot een vrijspraak te komen. De Raad voor de Rechtspraak was dan ook zeer kritisch op het wetsvoorstel, omdat er sprake is van een bewijslast die heel zwaar wordt voor de aanvrager.

Bovendien is de vraag om wat voor soort gegevens het dan gaat. Eerder is al genoemd dat alleen de gegevens die genoemd worden in artikelen 8, 9, 10 lid 1 sub a en c en 13 Wet politiegegevens gebruikt mogen worden. Maar dit is alsnog een hele waslijst aan gegevens die hieronder vallen. Dat kunnen mutaties zijn, maar ook waarnemingen van een wijkagent, gegevens die verzameld zijn over contacten die iemand heeft met een (vermeende) criminele organisatie of gegevens die duiden op een mogelijk te plegen strafbaar feit. Het zijn in ieder geval gegevens die op zichzelf staand niet genoeg zijn voor een vervolging. Dat kan zijn omdat er te weinig bewijs is (bijvoorbeeld de meldingen van huiselijk geweld in mutaties) of omdat het geen strafbaar gedrag is (connecties die iemand heeft met criminele personen). Waarom zouden ze dan wel mogen worden gebruikt voor een VOG-P?

Volgens de wetgever mogen deze gegevens gebruikt worden om een VOG te weigeren omdat de onschuldpresumptie niet van toepassing is. Het gaat immers om bestuursrecht en niet om strafrecht. Voor de aanvrager van de VOG zal dit echter niet zo aanvoelen. Bovendien: weliswaar is de onschuldpresumptie niet van toepassing maar op basis van politiegegevens wordt er wel een oordeel gegeven over mogelijk strafbaar gedrag van iemand. Strafbaar gedrag dat niet is vastgesteld door een rechter of een Officier van Justitie, maar op basis van het oordeel van een politieambtenaar.

Daar komt nog eens bij dat recentelijk in het nieuws is gekomen dat politie veel meer gegevens bewaart van de burgers dan wenselijk is. Het resultaat is dat de politie steeds meer mensen volgt, zelfs als dat niet meer relevant is; gegevens die dus mogelijk ook voor de VOG-P worden gebruikt.

De vraag is of het gebruik van uitsluitend politiegegevens als zelfstandige weigeringsgrond voor een VOG-P wenselijk en proportioneel is. De wetgeving is nog jong, maar de Raad voor de Rechtspraak heeft aangegeven dat zij zeer streng zal toetsen aan de proportionaliteit van dit middel en dat er nog een zwaardere motiveringsplicht zal gelden dan bij een gewone VOG wanneer de VOG-P wordt geweigerd uitsluitend op basis van politiegegevens.

Mocht u zelf een VOG-P aanvragen en hiermee in de problemen komen of wilt u meer informatie hebben over dit onderwerp, neem dan contact op met ons kantoor. Wij kunnen u verder informeren en rechtsbijstand verlenen indien dat noodzakelijk is.

Den Haag, juli 2022

Diantha van Eijsden