Diskwalificatie Joost Klein op Songfestival was een disproportionele actie
Joost Klein werd door de European Broadcasting Union (hierna EBU) op de dag van de finale van het Eurovisie Songfestival gediskwalificeerd. Was deze sanctie terecht?
Even was iedereen in de ban van het songfestival. Op vrijdag 10 mei kwam naar buiten dat Joost Klein niet mee deed met de repetitie van het songfestival die middag in verband met een ‘incident’. Die avond deed hij ook niet mee met show voor de vakjury. In plaats van een live optreden, werd zijn optreden uit de halve finale gebruikt. Er werd aangegeven dat zolang er een onderzoek liep naar dit incident, Joost Klein niet zou optreden. Ondertussen werd bekend gemaakt dat ook de Zweedse politie het incident onderzocht.
Uiteindelijk werd de knoop doorgehakt en hoorden we op zaterdagmiddag dat Joost Klein was gediskwalificeerd. Een deel van de verklaring van de EBU is:
‘Swedish police have investigated a complaint made by a female member of the production crew after an incident following his performance in Thursday night’s Semi Final. We are not prejudging the legal process but, while it takes its course, it would not be appropriate for him to continue in the Contest.(…) We maintain a zero-tolerance policy towards inappropriate behaviour at our event and are committed to providing a safe and secure working environment for all staff at the Contest. In light of this, Joost Klein’s behaviour towards a team member is deemed in breach of Contest rules.’
De meest vergaande beslissing die genomen kon worden door de EBU, werd genomen zonder verder uitleg te geven over het incident zelf. Daarbij verschuilt de EBU zich achter het lopende politie onderzoek en doet geen verdere uitspraken.
Anders dan de EBU kwam AVROTROS, die namens Nederland het songfestival uitzendt en Joost Klein begeleidt, die middag zelf met een statement. De algemeen directeur gaf antwoord voor de camera’s om vragen van journalisten. Daar werd voor het eerst ingegaan op de beschuldiging. Joost Klein zou boos zijn geworden op een cameravrouw die hem na afloop van zijn optreden had gefilmd. Ondanks herhaaldelijk verzoek van Joost Klein om niet gefilmd te worden, ging het filmen door en zou hij een dreigende beweging hebben gemaakt. De vrouw in kwestie zou niet geraakt zijn.
De EBU kwam hierna met een kort statement waarin zij aangeeft dat de manier waarop AVROTROS de gebeurtenissen naar buiten brengt, anders is dan wat de EBU heeft gehoord.
Was de diskwalificatie een terechte beslissing? Om daar achter te komen, dienen we in te gaan op de regelgeving van de EBU om deze beslissing te nemen en de feiten en omstandigheden die we tot nu toe weten.
De EBU geeft aan dat zij een ‘zero-tolerance policy’ heeft tegenover ‘inappropriate behaviour’. De grondslag is afkomstig uit The Rules of the Contest 2024 en Statutes of the European Broadcasting Union (hierna Statutes) van juni 2023.
Uit de Rules of the Contest 2024 komt naar voren dat ‘delegations and teams safeguard the interests and the integrity of the ESCC and in no case be politicized and/ or instrumentalized and/or otherwise brought into disrepute in any way’.
Ook wordt aangegeven dat ‘no contestant, delegation or country is discriminated and/or ridiculed in any matter’.
Deze waarden en leefregels zijn algemeen geformuleerd. Het gaat hierbij niet specifiek in op mogelijk dreigend gedrag dan wel strafbaar gedrag van een deelnemer.
Artikel 5 van de Statutes geeft aan dat er sancties mogelijk zijn. In paragraaf 5.6 wordt aangegeven dat ‘Any member or Associate failing to respect the provisions of these Statutes (…) shall be subject to possible sanctions by the Executive Board (…) and may, furthermore be expelled from the EBU by decision of the General Assembly.
Sanctions taken by the Executive Board shall be commensurate with the seriousness of the infringing act or behaviour and the negative consequences thereof for other Members of Associates or for the EBU as a whole.’
In paragraaf 5.7 staat:
‘Before beginning a sanction procedure or during such a procedure, the Executive Board may propose to the Member of the Associate concerned any compromise formula that will permit the dispute to be ended’.
In de Statutes zelf wordt niet aangegeven hoe men om moet gaan met inappropriate behaviour. Ook wordt daarin niet aangegeven dat er een ‘zero tolerance’ beleid is.
Dit is het wettelijk kader waarmee we het moeten doen.
Wat zijn de relevante feiten en omstandigheden waar we rekening mee moeten houden? Op dit moment weten we nog steeds niet veel, behalve wat de AVROTROS naar buiten heeft gebracht. Een Zweedse tabloid zou inmiddels hebben aangegeven dat er een camera kapot zou zijn gegaan door het handelen van Joost Klein. Duidelijk is wel: er is geen sprake van een mishandeling. Uiteraard bepaalt de ernst van het gedrag ook de maatregel die er tegenover staat. Is diskwalificatie als meest vergaande middel dan wel een proportioneel middel om direct in te zetten?
Een omstandigheid die een rol speelt, is de manier waarop Joost Klein optreedt en hoe hij dit beleeft. Hij heeft zelf aangegeven dat liedjes die over zijn ouders gaan zeer intens zijn en dat daarbij vele emoties naar boven komen. Die emoties komen tot een hoogtepunt vlak nadat hij een optreden heeft gehad. Dat zou ook de reden zijn geweest voor Joost Klein om – diverse malen – te verzoeken om hem niet te filmen omdat het zo emotioneel was. Ondanks herhaaldelijk verzoek werd dit genegeerd en werd er gefilmd. Dat laatste acht ik van groot belang. Want wat was de meerwaarde om Joost Klein na afloop te filmen? Deze beelden worden namelijk niet getoond op televisie omdat na het optreden van een land men direct overgaat naar de volgende kandidaat. Er was dus geen enkele reden voor de EBU om erop te staan om Joost Klein na afloop te filmen.
Daarnaast is het van belang omdat Joost Klein van tevoren had aangegeven dat hij heel emotioneel is op dat moment. Dat blijkt ook uit zijn eerdere optredens. Mensen die uit emotie handelen, handelen niet altijd conform het verstand. Maar het was wel heel verstandig van Joost Klein om dit juist van tevoren te melden om de afstand te houden die nodig was voor hem.
Had Joost Klein zich moeten inhouden? Mogelijk wel. Rechtvaardigt zijn emotionele toestand enige dreiging of vernieling? Nee, maar het geeft wel aan hoe het een en ander is gebeurd. En zoals bij de strafrechter, kan daar wel rekening mee worden gehouden bij het bepalen van de sanctie.
Uit de opgelegde sanctie volgt niet dat er rekening is gehouden met deze omstandigheden.
In de eigen Statutes staat geschreven dat voordat de EBU een sanctie oplegt, de Executive Board een mogelijkheid heeft om tot een compromis te komen en dat het doel is om het dispuut te eindigen. Nergens blijkt uit dat de EBU conform zijn eigen Statutes heeft gehandeld. Het is de AVROTROS die heeft aangegeven dat zij hebben aangeboden om in gesprek te gaan met de betreffende cameravrouw, bereid waren om openlijke excuses aan te bieden etc. Maar daar is niet op ingegaan. Voor zover we nu weten heeft de EBU niet conform hun eigen Statutes geprobeerd het conflict te beëindigen.
Ik geef aan ‘voor zover we nu weten’ omdat de EBU ervoor kiest om geen openheid van zaken te geven. De houding van de EBU is zeer storend te noemen. Anders dan de AVROTROS, was de EBU nergens te bekennen voor extra uitleg. Voor een zo vergaande sanctie als diskwalificatie, had een van de 11 leden van de EBU op zijn minst hun beslissing kunnen uitleggen voor de camera. In plaats daarvan, werd gebruik gemaakt van een schriftelijke verklaring. Een verklaring waar niet veel in staat en die ook geen motivering bevat waarom diskwalificatie de enige mogelijke sanctie was.
Dat is de kernvraag: waarom was diskwalificatie in dit geval de juiste sanctie volgens de EBU?
Het is een sanctie die onomkeerbaar is: je kan iemand niet nogmaals laten deelnemen. Waarom was het voor de EBU van groot belang om de diskwalificatie van tevoren op te leggen? Waarom hadden ze niet achteraf een sanctie op kunnen leggen zodat Nederland wel kon deelnemen?
De EBU heeft nu maatregelen genomen die je onmogelijk in overeenstemming met de onschuldpresumptie kan noemen. Nu geldt de onschuldpresumptie voor een strafrechtelijke procedure en niet per se voor een rechtspersoon als de EBU. Maar door tijdens een lopend onderzoek deze maatregel op te leggen – de meest vergaande en onomkeerbare maatregel – geef je als EBU al aan dat Joost Klein vergaand verwijtbaar heeft gehandeld, terwijl het onderzoek nog loopt. Wat als bijvoorbeeld het Zweedse Openbaar Ministerie beslist om de zaak te seponeren? De EBU heeft dan onomkeerbare schade veroorzaakt.
Kan op basis van een klacht en een lopend onderzoek een vergaande beslissing als diskwalificatie volgen of was het passender geweest om het onderzoek af te wachten en daarna sancties op te leggen? Dat Joost Klein ‘iets’ heeft gedaan dat niet door de beugel kan, lijkt vast te staan maar de EBU heeft niet aangegeven wat het precies is. In plaats van vooraf te oordelen zonder alle feiten te kennen, had de EBU beter het onderzoek kunnen afwachten. Door dat niet te doen, is er sprake van een disproportionele maatregel die niet kan worden teruggedraaid.
Den Haag, 13 mei 2024