Ontnemingsvorderingen
Ontneming, ook bekend als de 'plukze' maatregel, beoogt het afnemen door de staat van door misdrijf verkregen voordeel.
In de praktijk wordt men veelal geconfronteerd met een ontnemingsvordering bij verdenking of na veroordeling van drugsdelicten (vrijwel standaard in hennepzaken), witwassen, fraude en andere vermogensdelicten. De ontneming is een strafrechtelijke maatregel die tot doel heeft een veroordeelde financieel in dezelfde toestand te brengen als waarin de veroordeelde verkeerde voordat de criminele inkomsten zijn verworven.
Het wetboek van strafrecht houdt in (artikel 36e lid 1 WSr):
- Op vordering van het openbaar ministerie kan bij een afzonderlijke rechterlijke beslissing aan degene die is veroordeeld voor een strafbaar feit de verplichting worden opgelegd tot betaling van een geldbedrag aan de staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
Van ontneming kan alleen sprake zijn indien u bent veroordeeld voor een misdrijf. De ontnemingsprocedure betreft een afzonderlijke procedure die wordt gevoerd gelijktijdig met de strafprocedure of na een strafrechtelijke veroordeling. Eindigt de strafzaak in een vrijspraak dan kan ook geen ontnemingsmaatregel worden opgelegd. Bent u deels vrijgesproken en deels veroordeeld dan kan in diverse gevallen toch worden ontnomen. Een ontnemingsmaatregel kan na veroordeling zelfs worden opgelegd voor andersoortige strafbare feiten waarvoor u niet bent veroordeeld. De oplegging van de ontnemingsmaatregel kan ingrijpende gevolgen hebben. Niet alleen bestaat er een betalingsverplichting, soms van bedragen die tot in de miljoenen lopen, ook kan lijfsdwang tot maximaal drie jaar worden bevolen. Het is daarom van belang dat u zich tijdig van solide rechtsbijstand door een deskundig advocaat voorziet.
Het wetboek van strafrecht houdt in (artikel 36e lid 2 WSr):
- De verplichting kan worden opgelegd aan de in het eerste lid bedoelde persoon die voordeel heeft verkregen door middel van of uit de baten van het daar bedoelde feit of andere strafbare feiten, waaromtrent voldoende aanwijzigingen bestaan dat zij door de veroordeelde zijn begaan.
De rechter is niet gebonden aan de eis of het oordeel van het Openbaar Ministerie.
Het wetboek van strafrecht houdt in (artikel 36e lid 5 Wsr):
- De rechter stelt het bedrag vast waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat. Onder voordeel is de besparing van kosten begrepen. De waarde van de voorwerpen die door de rechter tot het wederrechtelijk verkregen worden gerekend, kan worden geschat op de marktwaarde op het tijdstip van de beslissing of door verwijzing naar de bij openbare verkoop te behalen opbrengst, indien verhaal moet worden genomen. De rechter kan het te betalen bedrag lager vaststellen dan het geschatte voordeel. Op het gemotiveerde verzoek van de verdachte of veroordeelde kan de rechter, indien de huidige en redelijkerwijs te verwachten toekomstige draagkracht van de verdachte of veroordeelde niet toereikend zullen zijn om het te betalen bedrag te voldoen, bij vaststelling van het te betalen bedrag daarmee tekening houden. Bij het ontbreken van een zodanig verzoek kan de rechter ambtshalve of op vordering van de officier van justitie deze bevoegdheid toepassen.
Onze advocaten krijgen vaak vragen over navolgende onderwerpen:
- het beslag en de mogelijkheden van beklag over het beslag
- het strafrechtelijk financieel onderzoek (SFO)
- de inhoud, de omvang, de mogelijke verweren en de procedurele gang van zaken betreffende de ontnemingsprocedure
- de tenuitvoerlegging van de door de rechter opgelegde ontnemingsmaatregel, waaronder het contact/overleg met het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB)
- het strafrechtelijk executie onderzoek (SEO)
- de mogelijkheid van vermindering van een eerder door de rechter vastgesteld ontnemingsbedrag en/of gratie
- de toepassing van lijfsdwang indien betaling uitblijft
Wat kunt u van ons verwachten?
- gedegen juridische (verhoor)bijstand voor, tijdens en na de ontnemingsprocedure
- bijstand bij beklagprocedures betreffende conservatoir beslag (denk aan beslag op bankrekeningen, onroerend goed, voertuigen, kunst)
- daar waar mogelijk het opstellen van een tegenberekening (indien noodzakelijk na inschakeling van deskundigen, waaronder accountants)
- onderzoek naar een mogelijke schikking indien kan worden ontnomen (daar waar noodzakelijk en mogelijk kan de belastingdienst worden betrokken bij een minnelijke regeling)
De belangen die op het spel staan zijn vaak enorm. Verzeker u tijdig, zo mogelijk in een vroeg stadium, van deskundige rechtsbijstand om onredelijke gevolgen te voorkomen.
Voor meer informatie neem contact op met Bob Kaarls of bel / email naar ons kantoor.