Europees aanhoudingsbevel (EAB)

Het Europees aanhoudingsbevel (EAB), ook wel genoemd het Europees arrestatiebevel, is een vereenvoudigde grensoverschrijdende gerechtelijke procedure van overlevering met het oog op vervolging of tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel.
Een door de rechterlijke autoriteiten van een lidstaat uitgevaardigd Europees aanhoudingsbevel is geldig voor het hele grondgebied van de Europese Unie (EU).Het Europees aanhoudingsbevel bestaat sinds 1 januari 2004. Het is in de plaats gekomen van een veelal langdurige uitleveringsprocedures tussen de EU-lidstaten.

Het EAB is niets anders dan een na te leven verzoek, een bevel, van een rechterlijke autoriteit van een EU-lidstaat om een gezocht persoon in een andere EU‑lidstaat aan te houden en over te leveren aan de verzoekende EU-lidstaat met het oog op:

  • vervolging van feiten die, overeenkomstig het nationale recht, strafbaar zijn gesteld met een vrijheidsstraf of een tot vrijheidsbenemingstrekkende maatregel met een maximum van ten minste twaalf maanden (tijdens de onderzoeksfase en het proces tot het vonnis definitief is) of;
  • tenuitvoerlegging van een vonnis of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel met een duur van ten minste vier maanden.

Wettekst Overleveringswet

Artikel 6 Overleveringswet stelt de navolgende voorwaarden:

  1. Overlevering van een Nederlander kan worden toegestaan voor zover deze is gevraagd ten behoeve van een tegen hem gericht strafrechtelijk onderzoek en naar het oordeel van de uitvoerende justitiële autoriteit is gewaarborgd dat, zo hij ter zake van de feiten waarvoor de overlevering kan worden toegestaan in de uitvaardigende lidstaat tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf wordt veroordeeld, hij deze straf in Nederland zal mogen ondergaan.
  2. Overlevering van een Nederlander wordt niet toegestaan indien deze is gevraagd ten behoeve van de tenuitvoerlegging van een hem bij onherroepelijk vonnis opgelegde vrijheidsstraf.
  3. Bij een weigering van de overlevering uitsluitend op grond van het bepaalde in het tweede lid stelt de officier van justitie de uitvaardigende justitiële autoriteit in kennis van de bereidheid om de tenuitvoerlegging van het vonnis over te nemen.
  4. De officier van justitie stelt Onze Minister onverwijld in kennis van elke overlevering onder garantie van teruglevering als bedoeld in het eerste lid en elke weigering tot overlevering onder de bereidverklaring om de tenuitvoerlegging van het buitenlandse vonnis over te nemen, bedoeld in het derde lid.
  5. Het eerste tot en met het vierde lid is eveneens van toepassing op een vreemdeling met een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd, voor zover hij in Nederland kan worden vervolgd voor de feiten welke aan het Europees aanhoudingsbevel ten grondslag liggen en voor zover ten aanzien van hem de verwachting bestaat dat hij niet zijn recht van verblijf in Nederland verliest ten gevolge van een hem na overlevering opgelegde straf of maatregel.

Artikel 7 Overleveringswet luidt als volgt:

  1. Overlevering kan alleen worden toegestaan ten behoeve van:
    a.een door autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat ingesteld strafrechtelijk onderzoek ter zake van het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich naar het oordeel van de uitvaardigende justitiële autoriteit schuldig heeft gemaakt aan:
    1º.een naar het recht van de uitvaardigende lidstaat benoemd strafbaar feit dat tevens op de in bijlage 1 bij deze wet behorende lijst staat vermeld, waarop naar het recht van de uitvaardigende lidstaat een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld; of
    2º.een ander feit dat zowel naar het recht van de uitvaardigende lidstaat als naar dat van Nederland strafbaar is en waarop een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste twaalf maanden is gesteld;
    b.de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf van vier maanden, of van langere duur, door de opgeëiste persoon op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat te ondergaan wegens een feit als onder 1° of 2° bedoeld.
  2. De in het eerste lid, onderdeel a, onder 1°, bedoelde lijst kan, wanneer de Raad van de Europese Unie besluit tot uitbreiding of wijziging van de daarop vermelde strafbare feiten, bij algemene maatregel van bestuur worden herzien. De voordracht voor deze algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
  3. Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, onder 2°, wordt onder een naar Nederlands recht strafbaar feit mede verstaan een feit waardoor inbreuk is gemaakt op de rechtsorde van de verzoekende staat, terwijl krachtens de Nederlandse wet eenzelfde inbreuk op de Nederlandse rechtsorde strafbaar is.
  4. Artikel 51a van de Uitleveringswet is van overeenkomstige toepassing op overlevering tussen de lidstaten van de Europese Unie.

Wederzijdse erkenning EU-landen rechterlijke beslissingen

Deze grensoverschrijdende gerechtelijke procedure van overlevering is gebaseerd op het beginsel van wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen tussen de EU-landen. De overleveringsprocedure functioneert via rechtstreekse contacten tussen de rechterlijke autoriteiten van de EU-lidstaten.
In Nederland worden alle overleveringszaken behandelt door de Internationale rechtshulpkamer van de rechtbank in Amsterdam. Hoger beroep is niet mogelijk. Gedegen rechtsbijstand vanaf het begin is cruciaal.

Kenmerken overleveringsprocedure; verschillen met uitleveringsprocedure

De overleveringsprocedure kent aanzienlijke verschillen met de traditionele uitleveringsprocedure. De overleveringsprocedure kenmerkt zich door:

  • De overleveringsprocedure voorziet in korte en strikte termijnen.
    Het land waar de gezochte persoon is aangehouden moet de definitieve beslissing over de tenuitvoerlegging van het Europees aanhoudingsbevel nemen binnen zestig dagen na de aanhouding van de gezochte persoon.
  • Indien de gezochte persoon instemt met de overlevering, moet de beslissing over de overlevering worden genomen binnen tien dagen.
  • De gezochte persoon moet zo spoedig mogelijk worden overgeleverd, op een datum die de betrokken autoriteiten in onderlinge overeenstemming vaststellen en uiterlijk tien dagen na de overleveringsuitspraak van de rechtbank.
  • Geen toetsing van de dubbele strafbaarheid bij lijstfeiten.
    Voor 32 categorieën strafbare feiten, de zogenoemde lijstfeiten, wordt niet meer getoetst of het feit strafbaar is in beide landen (de zogenoemde dubbele strafbaarheid). Het enige vereiste is dat het feit in de uitvaardigende lidstaat strafbaar is gesteld met een gevangenisstraf met een maximum van ten minste drie jaar. Het gaat om navolgende 32 categorieën strafbare gedragingen: deelneming aan een criminele organisatie, terrorisme, mensenhandel, seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie, illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen, illegale handel in wapens, munitie en explosieven, corruptie, fraude, met inbegrip van fraude waardoor de financiële belangen van de Gemeenschap worden geschaad zoals bedoeld in de Overeenkomst van 26 juli 1995 aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, witwassen van opbrengsten van misdrijven, vervalsing met inbegrip van namaak van de euro, informaticacriminaliteit, milieumisdrijven, met inbegrip van de illegale handel in bedreigde diersoorten en bedreigde planten- en boomsoorten, hulp bij illegale binnenkomst en illegaal verblijf, moord en doodslag, zware mishandeling, illegale handel in menselijke organen en weefsels, ontvoering, wederrechtelijke vrijheidsberoving en gijzeling, racisme en vreemdelingenhaat, georganiseerde of gewapende diefstal, illegale handel in cultuurgoederen, waaronder antiquiteiten en kunstvoorwerpen, oplichting, racketeering en afpersing, namaak van producten en productpiraterij, vervalsing van administratieve documenten en handel in valse documenten, vervalsing van betaalmiddelen, illegale handel in hormonale stoffen en andere groeibevorderaars, illegale handel in nucleaire en radioactieve stoffen, handel in gestolen voertuigen, verkrachting, opzettelijke brandstichting, misdrijven die onder de rechtsmacht van het Internationaal Strafhof vallen, kaping van vliegtuigen/schepen, sabotage.
  • Wel toetsing van dubbele strafbaarheid mogelijk voor andere feiten.
    Ten aanzien van andere strafbare feiten kan overlevering wel afhankelijk worden gesteld van de voorwaarde dat het feit naar het recht van de uitvoerende lidstaat een strafbaar feit is.
  • Geen betrokkenheid van de politiek.
    Beslissingen mogen uitsluitend door de rechterlijke autoriteiten worden genomen, zonder dat daarbij politieke overwegingen een rol spelen.
  • Overlevering van onderdanen.
    De EU-landen kunnen niet langer weigeren hun eigen onderdanen over te leveren, tenzij deze landen de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf van de betrokkene zelf ter hand nemen.
  • Garanties.
    Het land dat het EAB ten uitvoer legt, kan de volgende garanties verlangen:
    a. de betrokkene heeft na een bepaalde periode het recht om herziening te verzoeken, indien de opgelegde straf een levenslange gevangenisstraf is;
    b. de gezochte persoon kan zijn daaruit voortvloeiende gevangenisstraf uitzitten in het uitvoerende land, indien hij een onderdaan of ingezetene van dat land is, de terugkeer-garantie.
  • Beperkte gronden tot weigering
    Een land kan de overlevering van de gezochte persoon alleen weigeren indien een van de verplichte of facultatieve weigeringsgronden van toepassing is.
    Verplichte weigeringsgronden
    – de persoon is al veroordeeld voor hetzelfde strafbare feit (ne bis in idem);
    – minderjarigen (een persoon heeft in het uitvoerende land nog niet de leeftijd bereikt waarop hij strafrechtelijk verantwoordelijk kan worden gesteld voor de betrokken feiten);
    – amnestie (het uitvoerende land had de persoon kunnen vervolgen, doch het strafbare feit valt in die staat onder een amnestie).
    Facultatieve weigeringsgronden, zoals;
    – ontbreken van dubbele strafbaarheid voor andere strafbare feiten dan de hierboven genoemde lijstfeiten;
    – territoriale rechtsmacht;
    – lopende strafvervolging in het uitvoerende land;
    – verjaring.

Proportionaliteit

Een EAB moet altijd evenredig met het doel ervan zijn. Omdat de tenuitvoerlegging van een EAB zwaarwegende gevolgen heeft voor de vrijheid van de gezochte persoon en diens vrijheid van beweging/reizen, dient de justitiële autoriteit die het EAB uitvaardigt een aantal omstandigheden in aanmerking te nemen om te bepalen of het uitvaardigen van een EAB gerechtvaardigd is. Met de volgende factoren dient in het bijzonder rekening te worden gehouden:

  • de ernst van het gepleegde strafbare feit (bv. de schade die of het gevaar dat door het strafbare feit is veroorzaakt);
  • de straf die waarschijnlijk zal worden opgelegd indien de gezochte persoon schuldig wordt bevonden aan het ten laste gelegde strafbare feit (bv. of het om een vrijheidsstraf gaat);
  • de waarschijnlijkheid van vrijheidsbeneming van de persoon in de uitvaardigende lidstaat na de overlevering;
  • de belangen van de slachtoffers van het strafbare feit.

De inzet van andere minder ingrijpende middelen in plaats van een EAB

De uitvaardigende rechterlijke autoriteiten moeten bovendien overwegen of andere maatregelen van justitiële samenwerking kunnen worden gebruikt in plaats van de uitvaardiging van een EAB. Andere middelen van justitiële EU-samenwerking in strafzaken bieden mogelijkheden die vaak doeltreffend, maar minder dwingend zijn.
Soms zijn er andere juridische EU-instrumenten die meer geschikt zijn dan het uitvaardigen van een EAB. Zo kunnen justitiële autoriteiten ook gebruik maken van bijvoorbeeld:

  • het Europees onderzoeksbevel (EOB);
  • de overbrenging van gevangenen;
  • de overdracht van proeftijdbeslissingen en alternatieve straffen;
  • het Europees surveillancebevel (een toezichtmaatregel);
  • de tenuitvoerlegging van geldelijke sancties.

Voorafgaande een strafprocedure dient te worden gedacht aan:

  • de uitvaardiging van een Europees onderzoeksbevel (EOB) om een verdachte te horen via een videoverbinding met een andere lidstaat;
  • de uitvaardiging van een Europees onderzoeksbevel (EOB) om een verdachte in een andere lidstaat te laten horen door de bevoegde autoriteiten van die andere lidstaat;
  • de uitvaardiging van een Europees surveillancebevel (ESB) voor een niet-vrijheidsberovende toezichtmaatregel voor een verdachte, welk bevel moet worden uitgevoerd door de lidstaat waar de verdachte dan woont;
  • de opname van een signalering in het Schengen Informatie Systeem (SIS) om de woon- of verblijfplaats van een verdachte vast te stellen, zonder dat dan direct wordt overgegaan tot aanhouding.
  • eisen van een verdachte die in de uitvoerende lidstaat verblijft dat die verschijnt voor een relevante autoriteit die verantwoordelijk is voor de strafprocedure in de uitvaardigende lidstaat;
  • iemand uitnodigen de strafprocedure vrijwillig bij te wonen.

Na afloop van een strafprocedure waarbij een straf is opgelegd dient te worden gedacht aan:

  • een vrijheidsstraf overdragen aan de lidstaat van verblijf van de veroordeelde persoon, waar de straf dan door die lidstaat wordt uitgevoerd;
  • een alternatieve straf, zoals een taakstraf, en een beslissing rond proeftijd overdragen aan de lidstaat van verblijf van de veroordeelde persoon, waar de straf dan door die lidstaat wordt uitgevoerd.

Gespecialiseerde rechtsbijstand

Bovengenoemde uiteenzetting maakt duidelijk dat indien u geconfronteerd wordt met een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) bijstand van een deskundig advocaat geboden is. Solide en actieve rechtsbijstand (in een zo vroeg mogelijk stadium) kan leiden tot:

  • het voorkomen van het uitvaardigen van een EAB;
  • het alsnog intrekken van een EAB door de uitvaardigende staat;
  • de mogelijke inzet door de verzoekende EU-staat van minder ingrijpende middelen;
  • het weigeren van de overlevering door de rechter.

Pro-actief handelen kan soms zeer ingrijpende gevolgen voorkomen. Zo hebben wij in diverse zaken, na overleg met de justitiele autoriteiten van andere landen, al dan niet via een lokaal ingeschakelde advocaat, kunnen bewerkstelligen dat minder ingrijpende alternatieven werden ingezet. Autoriteiten die aanvankelijk voornemens waren om een EAB uit te vaardigen, hebben uiteindelijk gekozen voor de inzet van andere minder zware middelen, zoals een video-verhoor (op vrijwillige basis). 
Voor clienten die wel al waren aangehouden op grond van een uitgevaardigd EAB hebben wij kunnen bewerkstelligen dat zij onder voorwaarden in vrijheid werden gesteld, hangende de behandeling van de overleveringszaak. In diverse van deze zaken hebben wij door direct in contact te treden met de uitvaardigende justitiële autoriteiten kunnen bewerkstelligen dat het EAB alsnog werd ingetrokken.
De processuele mogelijkheden dienen u tijdig kenbaar te zijn. U dient te kunnen beschikken over de relevante en vertaalde stukken. Mocht het uiteindelijk toch tot een zitting komen voor de overleveringsrechter dan kunnen en zullen wij, onder andere met referte aan bovengenoemde weigeringsgronden, de relevante verweren voor u voeren. Daar waar nodig zal verzocht worden om het geven garanties door de uitvaardigende staat (o.a. terugkeer-garantie na afronding strafzaak). In sommige gevallen is een tijdelijke overlevering mogelijk. Ook kan in specifieke gevallen een uitlevering van bijvoorbeeld een in Nederland aangehouden Italiaan aan een niet EU-land, bijvoorbeeld de Verenigde Staten, worden voorkomen doordat Italië alsnog een EAB uitvaardigt ten behoeve van de vervolging van de Italiaan in eigen land. 
Onze advocaten zullen onderzoek doen naar alle relevante overleveringsaspecten. Denk naast bovengenoemde aspecten aan verweren en voor u te realiseren waarborgen op het gebied van:

  • de mogelijke schending van grondrechten in de uitvaardigende staat;
  • detentieomstandigheden in de uitvaardigende staat;
  • opschorting van de overlevering wegens ernstige humanitaire redenen;
  • de mogelijkheid van een nieuwe inhoudelijke beoordeling van de zaak na een eerder verstekvonnis, een veroordeling in de uitvaardigende staat buiten de aanwezigheid van de gezochte persoon;
  • het specialiteitsbeginsel, geen vervolging voor andere feiten dan de feiten waarvoor de overlevering is bevolen; 
  • het recht tolkbijstand en vertaling;
  • het recht op informatie over de inhoud en rechten van de overleveringsprocedure;
  • het recht op toegang tot een advocaat in uitvoerende staat en uitvaardigende staat;
  • het recht om een derde op de hoogte te laten brengen van de vrijheidsbeneming;
  • het recht om met derden te communiceren;
  • het recht op communicatie met consulaire autoriteiten.

Duidelijk moet zijn dat in een aantal gevallen meerdere uitkomsten mogelijk zijn. Duidelijk moet zijn dat er veelheid aan vragen rond de overlevering beantwoord moeten worden, reden waarom deskundige rechtsbijstand geboden is. 
Onze advocaten hebben ervaring met Europees strafrecht en zullen erop toezien dat de overleveringsrechter alle benodigde informatie en documenten heeft teneinde alle relevante feiten en omstandigheden te kunnen beoordelen.

Voor meer informatie neem contact op met Bob Kaarls, Diantha van Eijsden of bel / email naar ons kantoor.